Sluwheid
Vriendelijke ogen,
Vol met schone schijn,
Als veel mededogen,
Wil toch altijd heerser zijn.
Vertrouwelijk en zachte stem,
... ’t hart zonder gevoel,
Geweten zonder rem.
Meedogenloos, bereikt hij ’t doel.
Gaat slechts op in eigen streven,
Enkel in eigenbelang.
Kan geen vriendschap geven,
Is voor de waarheid bang.
Wreed en gewelddadig,
Krenkend, elke ziel,
Tot laag en kwaadaardig,
De buit aan zijn voeten viel.
Eens zal ’t hem berouwen,
Als ieder tegen hem keert.
Heeft geen steun om te bouwen,
Vanuit ’t hart dat hijzelf heeft bezeerd.